Wat de meeste mensen nu niet weten is dat zich toen verschillende drama's hebben afgespeeld bij het vastleggen van de feitelijke grens tussen Denemarken en Duitsland.
We gaan even terug in de geschiedenis van Sønderjylland. In 1864 leed Denemarken een verpletterende nederlaag in de oorlog met Pruisen, dat toen heel Sønderjylland, van de Kongeå tot de Eider, inlijfde bij het Pruisische rijk – feitelijk het oude hertogdom Sleeswijk.
Dat duurde tot 1918 toen Duitsland de Eerste Wereldoorlog verloor. Bij de vredesonderhandelingen kwam de Deense regering met de eis dat er een volksraadpleging moest komen in de noordelijkste landsdelen van Duitsland over waar deze regio in de toekomst bij zou horen.
Deze resolutie werd aangenomen toen Duitsland in 1919 het Verdrag van Versailles ondertekende. Op 10 februari 1920 werd gestemd in de zogenaamde noordelijke zone die liep van de grens bij de Kongeå tot de huidige grens.
Hier stemde 75% voor aansluiting bij Denemarken. Een maand later werd in de zuidelijke zone gestemd, met onder andere Flensburg en de eilanden Sylt en Föhr. Hier was het resultaat omgekeerd: 80% van de kiezers wilde Duits blijven. Aldus geschiedde en Noord-Sleeswijk keerde terug bij Denemarken.
Vervolgens moest de precieze grens worden getrokken, wat niet zo eenvoudig was.
Eind 1920 trok een internationale commissie met leden uit Engeland, Frankrijk, Japan, Italië, Denemarken en Duitsland door de regio om de precieze grens te bepalen. Vooraf was beschreven langs welke rivieren en beken de grens moest lopen. Dat bleek in de praktijk niet zo eenvoudig en de commissie stond voor verschillende uitdagingen.
Een goed voorbeeld waren de vele boeren in het gebied. Een aantal van hen zou bij uitvoering van de vooraf gemaakte plannen land krijgen in zowel Denemarken als Duitsland. Daarom werd op verschillende plekken afgeweken van het oorspronkelijke plan zodat boeren al hun bezit in één land zouden krijgen. Maar dat lukte niet overal. Bij Padborg bouwde het Deense spoorwegbedrijf op dat moment een grensstation, waar de commissie rekening mee hield door Denemarken een stukje land te geven dat anders Duits zou zijn geweest.
Toen de commissie klaar was, werd de uiteindelijk grens gemarkeerd met honderden grensstenen die op bepaalde plekken in de grond werden gelegd.
Op de stenen staan tot op de dag van vandaag een D van Denemarken en de afkorting DRP van Deutsches Reich Preussen. Tussen deze letters staat een streep die de precieze grens aangeeft.